Water in Oman deel 3

Water in Oman deel 3

13 december 2022

De vroege vogels lieten hun morgendutje om in dialoog te gaan met de opkomende zon.

Vermits er op het eerste zicht geen water was in de woestijn en ook geen inlanders die iets konden vertellen over hun land, waagde een groot deel van de groep een decadent ritje “fun driving” of in dit geval “dune bashing”.

 Ook in de Westerse bevolking waren rollenpatronen blijkbaar nog niet helemaal uitgedoofd, getuige de uitsluitend vrouwelijke campingplakkers die liever hun roman verder lazen dan te genieten van een kermis in het zand.


De chauffeurs trokken alle KK’s (KamelenKracht) uit hun motor om zwierend en schurend het weerbarstig woestijnzand te verschalken en zo de top van de duinen te bereiken.






Sommige chauffeurs hadden een herkansing nodig waardoor ze lichtjes in hun eer waren gekrenkt.

Erger werd het toen een driver na vier pogingen er helemaal niet in slaagde de duin net boven het tentenkamp te bedwingen en zijn blik werd bijna glazig terneergeslagen toen Niels zijn failure aan het filmen was.




Maar het kon nog erger.

De chauffeur van Landcruiser twee durfde bijna niet uit zijn wagen komen nadat zijn collega’s het special equipement onder zijn wielen hadden geschoven en een groot deel van de Belgen twintig minuten had geduwd om het vehikel te verlossen van het wurgende zand.




Tot verbazing van de groep waren er toch mensen in een weliswaar quasi leeg toeristisch ressort met een woestijnwei vol oryxen, kamelen die wachtten op “tourists to carry and pay” en warempel een zwembad onder de palmbomen.





Een echte local begon even later één van de chauffeurs uit te schelden omdat hij over de duinen een traject had genomen te dicht bij het gras.




Passagier Erik verstond niets van het Arabisch geruzie maar kwam op het lumineuze idee het tafereeltje te fotograferen.

De decibels gingen nog een stuk de hoogte in en de chauffeur bleef dezelfde onverstaanbare quote herhalen tot de local kwaad verder reed.

“Die man dacht dat je een foto genomen had maar ik heb hem verzekerd dat dit niet zo was..”

Erik gaf zijn misstap toe en begreep de local’s kwaadheid ook omwille van het traject want de woestijnbewoners zien misschien wel graag de valuta van toeristen binnenkomen maar willen toch ook respect voor “hun” woestijn.

 

Vandaar ging het naar Sur, tot in de 20ste eeuw één van de belangrijkste havens van Oman voor de handel met Oost-Afrika..




De groep werd binnengeloodst in een soort scheepswerf, de enige in Oman waar ze nog op ambachtelijke wijze houten vissersboten maakten, de zogenaamde “dhow’s”,




Paul vroeg zich af of het een toeristische attractie was dan wel een productie van boten op bestelling die zich daadwerkelijk in het water lieten zakken.

“Misschien op bestelling van rijke Arabieren zoals ze bij ons old timers kopen”, zei Ria.

 

“Het Arabisch schiereiland wordt vaak geassocieerd met dorre woestijn", zo vertelde Tim, “maar de geschiedenis, de handel en cultuur speelden zich voornamelijk af langs de kusten met connecties vooral met Perzië, India en Afrika.

Stoffen, kruiden, paarden en slaven werden verhandeld in de havens aan de Perzische Golf, de Rode Zee en de Indische Oceaan en meer recent vervangen door de lucratieve olie- en gasindustrie.

 

Reeds rond 5000 voor Christus speelde het Arabisch schiereiland een belangrijke rol in de ontwikkeling van de oude beschavingen.




Zo zouden de Feniciërs aanvankelijk zowel hun zeevaart-expertise als de ontwikkeling van het alfabet, in hun oorspronkelijke standplaats Sur hebben gerealiseerd.

 

De Omani zouden de eersten geweest zijn om de Indische Oceaan over te steken.

Gedurende vele eeuwen zeilden hun schepen tot in Indonesië, Zuid-China, Sri Lanka, Madagaskar en Zanzibar.

Connecties met India en Perzië leidden enerzijds tot territoriale en etnische spanningen maar gaven ook een boost aan de verspreiding van nieuwe inzichten in de astronomie, filosofie, wiskunde, astrologie en andere wetenschappen en daarbij kwam ook het delen van culturele rijkdom.

 

Toen de Portugees Vasco da Gama in 1498 Kaap De Goede Hoop rondde, duurde het nog geen 10 jaar voor Portugal de havens van Hormuz, Sohar en Muscat had veroverd en daarna gedurende een eeuw de controle verwierf over de zeehandel in de Golf en een groot deel van de Indische Oceaan tot India (met Goa) en Afrika (met Zanzibar).

Vanaf 1630 slaagden Omaanse leiders erin om de Portugezen te verdrijven eerst uit Muscat, om dan de controle te verwerven over de zeevaart van de Perzische Golf tot Zanzibar en Mombassa.

 

In het midden van de 18de eeuw, ontstond er een toenemende rivaliteit met de Perzen toen die onder Nadir Sjah in 1742 Muscat innamen.

Maar nog geen twee jaar later werden ze weer verdreven door een verenigd Omaan dat in westelijke richting meer en meer concurrentie kreeg van de opkomende Arabische havens van Ras al Khaimah en Sharjah onder de Qawasim dynasty.

Maar de Britten die hun handelsbelangen in de Perzische Golf wilden veilig stellen, sloten een verbond met de Omani en bestempelden de Qawasim als piraten waardoor ze een excuus hadden om hun schepen te vernietigen en weer  de controle te verwerven in de Perzische Golf.

In 1935 tekenden de heersers van de opkomende havensteden Sharjah, Ajman, Abu Dhabi en Dubai onder druk van de Engelsen een vredesverdrag waarbij ze afzagen van onderlinge strijd en tegen externen door de Britten werden beschermd.

En dat was nodig want zowel de Perzen, de Ottomanen, de Duitsers, de Fransen en de Russen toonden meer dan gewone belangstelling voor de Perzische Golf.

 

De Britten waren altijd een trouwe bondgenoot en beschermheer van Muscat geweest maar na de dood van sultan Ahmed bin Said, de stichter van de huidige Al Bu Said dynasty, in 1783 en mede door de opening van het Suez-kanaal in 1859 en de afschaffing van de slavenhandel, was het internationaal impact van Oman langzaam in verval geraakt.

Het was Sultan Qaboos die vanaf 1970 het land deed floreren in een nieuw elan” aldus de geschiedenisles van leider Tim die hen daarna introduceerde in het Sur Sea visrestaurant.




Bonito was de naam van de plaatselijke vis die de magen van de Belgen binnenzwom en hun smaakpapillen in culinaire extase bracht.

 

Die nacht droomde Elodie dat bij een olieboring in de Oostelijke Hajar, zand mee opgepompt werd en er werd een soort stent geplaatst doch het werd erger toen men er niet in slaagde het opwellende water weer naar beneden te pompen.

Toen men de druk verhoogde, raakte het water gecontamineerd en bovendien kwamen er ongewild gassen vrij die elk ogenblik konden ontploffen.

Toen schrok Elodie wakker en haastte zich naar het toilet.

 

Tim had die avond voor het avondmaal uitgelegd wat de voorwaarden waren om een olieveld te exploiteren:




1.     olie vormt zich vanuit de transformatie van koolstofmoleculen in organisch materiaal (moedergesteente) diep in de grond op 100-150 graden; in geval het materiaal alleen plantaardig is, wordt gas gevormd; indien ook marine plankton aanwezig is, wordt het eerder olie; steenkool wordt gevormd op lagere diepte (rond 800 m) en nog meer aan de oppervlakte is er vorming van turf

2.     gezien olie lichter is dan water, heeft het spontaan de neiging naar boven de diffunderen; dit impliceert dat er een soort afdichtende laag aanwezig moet zijn (zout of kleilaag) die de migratie van olie uit het moedergesteente naar boven tegenhoudt

3.     een poreus gesteente kan olie en/of gas vasthouden. wanneer dit gesteente aangeboord wordt, kunnen olie en gas via dit poreus netwerk naar de boorput stromen, en zo naar de oppervlakte

4.     de afdichtende laag moet een soort koepelvorm hebben zodat de olie niet weg kan lekken, en als het ware ‘gevangen’ gehouden wordt

 

“Hoe kan men opsporen waar mogelijks olievelden zich bevinden?”, vroeg Ria.

 

“Men gebruikt eigenlijk gelijkaardige technologie als de NMR (nucleair magnetic resonance) in de geneeskunde.

Op het land gaat men vrachtwagens met een speciale plaat ter plaatse brengen.

Die plaat genereert trillingen in de grond waardoor seismische energie diep in de bodem wordt geduwd.

Een heel netwerk van microfoons in de omgeving vangt dan een signaal op van de energie die wordt teruggestuurd.

Deze “ big data” worden binnen complexe computeralgoritmes geanalyseerd en zo kan men redelijk nauwkeurig de samenstelling van de verschillende bodemlagen reconstrueren.

Maar de analyse van zo’n opname kan gerust tot een jaar oplopen.

Aanvankelijk bestudeert men eerder ver uit elkaar gelegen seismische profielen (tweedimensioneel) en op basis van deze gegevens gaat men dan downdrillen naar aardprofielen op kortere afstand bv tot 25 m (driedimensioneel).


Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

{{ newsletter_message }}

x

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x